Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo ging David met zijn lieden op den weg; en Simei [33]ging al voort langs de zijde des bergs tegen [34]hem over, en vloekte, en wierp met stenen [35]van tegenover hem, en [36]stoof met stof. 33. Hebreeuws, ging gaande. 34. David. 35. Of, tegen hem aan. 36. Dat is, hij verwekte stof en schopte, of wierp het op David en zijn volk; of hij wierp met aarden kluiten, zodat David en de zijnen van derzelver stof bestoven werden.